Zon-PV SCE

Vroeg u subsidie aan voor fotovoltaïsche zonnepanelen (zon-PV)? Dat kon voor zonnepanelen met een piekvermogen tussen de 15 kWp en 500kWp.

De SCE is gesloten. U kunt nu geen aanvraag indienen. De volgende openstelling van de SCE is van 1 maart tot en met 1 december 2022.

Voor zon-PV waren de volgende categorieën opengesteld in de SCE 2021:

  • Kleinverbruikersaansluiting ≥ 15 kWp en ≤ 100 kWp
  • Grootverbruikersaansluiting ≥ 15 kWp en ≤ 500 kWp

\"\"

Haalbaarheidsstudie met tekening
Voor een subsidieaanvraag stuurde u bij uw haalbaarheidsstudie altijd een kaart of tekening mee, waarop de aangevraagde installatie op de betreffende locatie is ingetekend. Zijn of komen er op de beoogde locatie meer installaties, dan gaf u dit duidelijk aan.

Vergunningen
In een aantal situaties heeft u voor de plaatsing van zonnepanelen één of meer vergunningen nodig. Deze moesten al afgegeven zijn door een bevoegd gezag op het moment dat u uw subsidieaanvraag indiende. Het gaat om de volgende vergunningen:

Omgevingsvergunning
Worden de zonnepanelen niet op een bestaand dak geplaatst, maar in een veldopstelling, op een nieuw te bouwen gebouw of aan een gevel (in het zicht)? Dan is een vergunning volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) nodig. Dit geldt ook voor drijvende systemen en installaties die deel uitmaken van een carport of op een monumentaal pand. In deze gevallen stuurde u de verleende Omgevingsvergunning mee met uw subsidieaanvraag.

Let op: een tijdelijke vergunning op grond van de kruimellijst van het Besluit Omgevingsrecht volstaat niet.

Vergunning Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr)
Voert u activiteiten uit op of om werken van Rijkswaterstaat, zoals (snel)wegen, viaducten, tunnels, bruggen of dijken? Dan is voor uw installatie een Wbr-vergunning nodig. U voegde die toe aan uw subsidieaanvraag.

Watervergunning
Is voor uw Zon-PV-installatie een vergunning nodig volgens het Waterbesluit (hoofdstuk 6, paragaaf 5, 6 of 7)? U stuurde dan de verleende vergunning mee met uw subsidieaanvraag.

Wilt u meer weten over een omgevingsvergunning en de watervergunning? Ga dan naar het Omgevingsloket.

Aansluiting
De categorie ‘Zon-PV’ is er voor installaties die u aansluit op het elektriciteitsnet via een klein- of grootverbruikersaansluiting. Een kleinverbruikersaansluiting is een aansluiting op het elektriciteitsnet met een totale maximale doorlaatwaarde van ten hoogste 3*80 ampère. Een grootverbruikersaansluiting is een aansluiting met een totale maximale doorlaatwaarde van meer dan 3 * 80 ampère. Installaties met een grootverbruikersaansluiting kunnen geen gebruikmaken van de salderingsregeling.

U mag uw productie-installatie ook aansluiten op het elektriciteitsnet via de aansluiting van een naastgelegen adres. Uiteraard realiseert u uw installatie op de locatie waarvoor de subsidie is afgegeven. Wilt u een productie-installatie op 2 naastgelegen locaties realiseren? Of heeft uw locatie meerdere huisnummers? U beschreef dit dan duidelijk in uw subsidieaanvraag.

\’Netlevering’ en ‘Niet-netlevering\’
Voor de categorie Zon-PV met een kleinverbruikersaansluiting kwam alleen de productie voor netlevering in aanmerking voor subsidie. De productie-installatie moet aangesloten zijn op een zuiver teruglever-allocatiepunt. Een allocatiepunt is een administratief meetpunt waaraan een marktpartij (de afnemer die over de aansluiting beschikt) is gekoppeld. Met een grootverbruikersaansluiting was het mogelijk om zowel voor netlevering aan te vragen als ook (een deel) voor eigen verbruik. Hiervoor gelden verschillende basisenergieprijzen en correctiebedragen. Uw financieel voordeel is groter als u de opgewekte elektriciteit zelf gebruikt, omdat u geen energiebelasting, opslag duurzame energie (ODE) en transportkosten betaalt. Daarom geldt voor ‘eigen gebruik’ een hoger correctiebedrag.

De werkwijze was als volgt: vroeg u aan in de categorie grootverbruikersaansluiting? Dan gaf u in het eLoket-formulier aan hoeveel van de productie u gebruikt voor ‘niet–netlevering’ (eigen verbruik). De subsidieverlening baseert RVO op de basisenergieprijs voor ‘netlevering’.

Jaarlijks voorschot en bijstelling van het voorschot
De eerste uitbetaling (voorschot) wordt ingepland op basis van de opgegeven verdeling bij de aanvraag om subsidieverlening. Bij het bepalen van het eerste voorschot maakt RVO gebruik van de verdeling tussen ‘netlevering’ en ‘niet-netlevering’ die u hebt opgegeven in het aanvraagformulier.

Vervolgens stelt RVO de voorschotten ieder najaar vast op basis van de verdeling tussen ‘netlevering’ en ‘niet-netlevering’ over een recente periode van 12 maanden.

Na afloop van het kalenderjaar verrekenent RVO uw voorschot met de daadwerkelijke productie en de daadwerkelijke correctiebedragen.

Dakopstelling
U maakte voor uw aanvraag een goede analyse van het dak waarop u de installatie gaat plaatsen. Daarmee zorgt u voor een snelle realisatie binnen de termijn van 1,5 jaar. Bereken het beschikbare dakoppervlak goed en houd rekening met lichtstraten en klimaatinstallaties die op het dak staan. Laat ook door een expert bepalen of het dak voldoende draagkracht heeft voor de installatie.

Blijf op de hoogte
Scroll naar boven