Gemiddeld vinden er elk jaar zo’n vierduizend bedrijfsbranden in ons land plaats. Vooral in industriële gebouwen, kantoorpanden en winkels. De impact van zo’n brand is vaak groter dan ondernemers zich (vooraf) realiseren. Reden voor verzekeraars om samen met andere betrokken partijen een flyer te maken en de bewustwording onder ondernemers te vergroten.
Onder de noemer Brandveiligheid voor ondernemers – hoe pak je dat aan? wil het Verbond van Verzekeraars ondernemers vooral aan het denken zetten. “Dat is, eerlijk gezegd, al jaren een punt van aandacht”, vertelt Rudo Meuleman, voorzitter van het netwerk brand van de risicodeskundigen.
In het dagelijks leven is Meuleman Senior Risicodeskundige Grootzakelijk & Transport bij Achmea. Samen met vertegenwoordigers van Brandweer Nederland, het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, adviesorganisatie Riskonet, de Vereniging voor Brandveiligheid Adviseurs en de vereniging Brandveilig Bouwen Nederland heeft hij tips en tricks voor ondernemers verzameld om de brandveiligheid op een strategisch niveau aan te pakken.
Strategische keuze
Hij benadrukt dat er zeker geen sprake is van onwil. “Veel ondernemers onderschatten het risico van brand. Dat gebeurt onbewust, terwijl ze de continuïteit van hun bedrijf kunnen vergroten als ze bewuster met brandveiligheid omgaan.”
Juist daarom willen de zes betrokken partijen ondernemers bewust maken van de risico’s die ze lopen en de keuzes die zij zelf kunnen maken. “Als je vooraf een goed plan maakt, heb je achteraf met zo min mogelijk verrassingen te maken. Als ik het heel kort samenvat, kan een ondernemer twee keuzes maken. Hij kan het Bouwbesluit volgen, dat vanaf 1 juli wordt omgedoopt tot het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL), en uitgaan van minimale eisen die zijn gebaseerd op vluchtveiligheid. Of hij kan een stap verder gaan en kiezen voor meer preventie en schadebeperking. Wij willen niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten, maar we willen wel dat hij zich bewust is van de (strategische) keuzes die hij maakt, en van de mogelijke consequenties.”
Aanvullende eisen
Meuleman geeft een praktijkvoorbeeld om het verschil tussen de twee keuzes uit te leggen. “Stel dat jij een groot magazijn hebt en je kiest voor de minimale eisen, die in het Bouwbesluit zijn vastgelegd. In dat geval staat de vluchtveiligheid voorop en hoef je bijvoorbeeld geen rookmelders op te hangen of compartimenten aan te leggen. Als het goed is, vallen er bij brand geen slachtoffers. Maar wat gebeurt er met het magazijn? Wij hebben geregeld te maken met verzekerde sommen van tientallen miljoenen euro’s en het nemen van schadebeperkende maatregelen is dan nodig om het risico überhaupt verzekerbaar te krijgen en te houden. Dat is geen leuke boodschap en ik snap heel goed dat een ondernemer dat ook niet leuk vindt. De vergunning is verleend, alle partijen zijn akkoord en dan komen wij vertellen dat we wellicht extra preventieve eisen moeten stellen?”
Eerder schakelen met verzekeraar
Feitelijk komen verzekeraars dus eigenlijk te laat in beeld. Volgens Meuleman is een van de belangrijkste tips in de flyer dan ook om alle partijen tegelijk aan tafel te zetten. “Zeker bij nieuwbouw of verbouw kan een ondernemer zichzelf een hoop ellende besparen als hij eerder met zijn verzekeraar schakelt. Stel dat het BBL uitgaat van zestig minuten brandveiligheid voor een wand, terwijl wij in het kader van schadebeperking op negentig minuten uitkomen, dan is het natuurlijk veel efficiënter om die maatregel al tijdens de bouw door te voeren in plaats van achteraf.”
De vraag rijst. Waarom gaat het BBL uit van vluchtveiligheid als verzekeraars dat vaak niet goed genoeg vinden? Meuleman: “Voor de overheid staat de vluchtveiligheid voorop. Ik denk dat de eisen in het BBL pas verzwaard worden als er iets ergs gebeurt. En omdat de schadebeperking geen doel is in het BBL, zullen ondernemers zelf moeten voordenken in plaats van nadenken.”
Brandveiligheid
Vluchtveiligheid is met andere woorden in de praktijk niet (altijd) genoeg? “Vluchtveiligheid is niet hetzelfde als brandveiligheid”, antwoordt Meuleman. “Wij komen regelmatig tegen dat het zogenoemde uitgangspuntendocument van een ondernemer alleen op vluchtveiligheid is gebaseerd en wij aanvullende investeringen moeten vragen. Ik wil geen namen noemen, maar wij hebben een grote brand in de voedselindustrie gehad waarbij de schade opliep tot vele miljoenen. Een enorm bedrag, maar die schade had ook zomaar een veelvoud kunnen zijn als wij niet een brandwerende scheidingswand van 120 minuten hadden geëist in plaats van de zestig minuten die in het Bouwbesluit staat. Die wand heeft er namelijk voor gezorgd dat niet het hele bedrijf verloren is gegaan, maar ‘slechts’ een deel.”
Leren van de praktijk
Het nieuwe Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) gaat op 1 juli van dit jaar in. Meuleman verwacht niet dat er voor die tijd nog aanpassingen komen. “De discussie over de minimalen vluchtveiligheidseisen uit het Bouwbesluit en brandveiligheid loopt al vele jaren. Als bedrijfstak proberen we vooral te leren van de praktijk. De recyclingbranche is wel een typerend voorbeeld. Toen de volledige branche onverzekerbaar dreigde te worden, zijn ondernemers met brandpreventie aan de slag gegaan. Dat heeft geholpen. Het lijkt nu de goede kant op te gaan, maar het is natuurlijk wel de omgekeerde weg. Daarom kijk ik voor mooie voorbeelden liever naar de zonnepanelen. Door goed samen te werken met de installateurs, de producenten en andere betrokkenen zijn er nieuwe normen gekomen en goede veiligheidscriteria. De les is dat wij bij volgende uitdagingen, waaronder de energietransitie, die verbinding blijven zoeken en onder meer samen met de brandweer optrekken.”