Verplichting beoordeling grote publieksgebouwen na rapport AZ-stadion

In november 2021 heeft de toenmalige minister van BZK aan de Tweede Kamer toegezegd dat er een verplichting komt voor een periodieke beoordeling van de constructieve veiligheid van grote publieksgebouwen. Dit als opvolging van de aanbeveling van de Onderzoeksraad voor Veiligheid in zijn rapport over het gedeeltelijk in storten van het dak van AZ-stadion.

Verantwoordelijkheid

Gebouweigenaren zijn verantwoordelijk voor de constructieve veiligheid, maar hoe ze die moeten bewaken is niet uitgewerkt in de huidige wet- en regelgeving. Wanneer een gebouw in gebruik is, kunnen incidenten grote gevolgen hebben voor de aanwezige bezoekers. Jeroen Dijsselbloem van de Onderzoeksraad voor Veiligheid: “Bezoekers van een publiek gebouw moeten kunnen rekenen op de veiligheid van het gebouw. Dat vergt van gebouweigenaren dat zij alert zijn op de constructieve veiligheid van hun gebouw.” Daarom doet de Raad de aanbeveling aan de minister van Binnenlandse Zaken om eigenaren van publiek toegankelijke gebouwen wettelijk te verplichten om periodiek onderzoek te laten doen naar de constructieve veiligheid van hun gebouw.

Invulling wettelijke verplichting

De verplichte periodieke keuring wordt inhoudelijk uitgewerkt in een door NEN op te stellen NTA (Nederlandse Technische Afspraak). Bij deze uitwerking is VNconstructeurs nauw betrokken, samen met alle andere relevante partijen zoals het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht, eigenaren van grote publieke gebouwen In juni 2022 zal naar verwachting een definitief concept beschikbaar van deze NTA zijn voor een publieke commentaarronde.

De wettelijke verplichting wordt vastgelegd in een wijziging van het Besluit Bouwwerk Leefomgeving (Bbl) en  de verdere uitwerking in de Omgevingsregeling (Or) met daarin onder andere de wijze waarop de periodieke beoordeling moet worden uitgevoerd.

De voorgestelde wijziging in het Bl ibs recent gepubliceerd voor een openbare internetconsultatie. VNconstructeurs zal hierop reageren. Na afronding van de consultatie en de verwerking van binnengekomen reacties verwacht de minister deze wijziging van het Bbl voor het zomerreces aan de Tweede Kamer aan te kunnen bieden.

Zowel het besluit als de regeling zullen vervolgens begin 2023 kan worden, zo is de bedoeling.

Blijf op de hoogte
Scroll naar boven