Stichting Lucas Onderwijs wil verder standaardiseren en heeft standaardisatie van de scholenbouw prominent op de agenda staan.
Stichting Lucas Onderwijs wordt er geregeld mee geconfronteerd dat vooraf bedachte installatieconcepten bij nieuwbouw of renovatie achteraf minder goed blijken te functioneren dan vooraf was voorgesteld. Dat kost elke keer achteraf weer extra geld. Daar willen ze vanaf. Mariken Brink, hoofd facilitaire zaken, ziet daar goede mogelijkheden voor.
Stichting Lucas Onderwijs wil verder standaardiseren. De stichting groeit en heeft nu ruim 100 schoolgebouwen met samen ruim 320.000 m2 bvo in het primair en voortgezet onderwijs in gebruik. Bij de scholen ligt de aandacht steeds meer op het primaire proces, waardoor de facilitaire zaken in de loop der tijd meer en meer verschoven naar de centrale dienst. De afdeling facilitaire zaken bestaat nu uit 20 fte en houdt zich bezig met nieuwbouw/renovatie, onderhoud en inkoop. Prominent op de agenda staat standaardisatie van de scholenbouw. Een proces dat al zo’n tien jaar geleden bij Lucas Onderwijs is gestart.
Hoe zijn jullie gaan standaardiseren?
‘Aanvankelijk deden we ten behoeve van onderhoud zaken met een groot aantal verschillende partijen. Dat hebben we flink teruggebracht. Door met minder partijen te werken waren we beter in staat te uniformeren, waardoor we onze processen beter beheersbaar konden maken. Ook konden alle betrokken partijen zo beter leren van gemaakte fouten.
De doorlooptijden bij onze nieuwbouwprojecten zijn lang: van start ontwikkeling tot ingebruikname van een schoolgebouw zijn er al snel een jaar of zeven verstreken. Bedachte (installatie)concepten blijken in de praktijk niet te werken. Daar hebben we last van. We realiseerden ons dat we niet het enige schoolbestuur waren dat hiermee kampt. We zijn daarom met een aantal grote schoolbesturen bij elkaar gaan zitten om wederzijdse ervaringen te kunnen delen. De bereidheid om in elkaars keuken te kijken is heel groot. Er wordt heel veel kennis en informatie gedeeld, waardoor we met elkaar verder kunnen standaardiseren. De afgelopen jaren hebben we zo al mooie stappen kunnen zetten.’
Heb je daar een voorbeeld van?
‘We ervaarden bij onze nieuwbouwprojecten dat 80% van het Programma van Eisen iedere keer hetzelfde is. In plaats van elke keer een Programma van Eisen bij een adviesbureau in te kopen, hebben we het softwarepakket Briefbuilder van ICOP in gebruik genomen waarin we ons standaard Programma van Eisen (PvE) hebben gezet. Alle partijen die met ons samenwerken, kunnen dat programma zien en ermee werken. Dat betekent dat we sneller tot een Programma van Eisen komen voor een nieuw project en tijd kunnen besteden aan de 20% schoolspecifieke eisen. Het aardige is dat we met elkaar steeds aan de standaard blijven sleutelen. De projectleiders onderhoud doen bijvoorbeeld in de praktijk ervaringen op met bepaalde oplossingen: dít werkt niet, dát is duur of gaat vaak stuk. Dan passen we het standaard Programma van Eisen aan. Zo zijn we nu al zo’n zes, zeven jaar aan het schaven We delen de ervaringen met andere schoolbesturen, over en weer, zodat we gezamenlijk een steeds beter standaard PvE ontwikkelen.’
Hoe kan je standaardisatie verder brengen?
‘Als je kijkt hoe het hele proces bij een nieuwbouwproject van idee tot uitvoering gaat, zie je dat je veel stappen dubbel doet en ook waar het fout gaat. In de auto-industrie hebben ze het proces tot in precisie tot een product gemaakt. We vragen ons al jaren af wat we daarvan kunnen leren. Welke onderdelen in de scholenbouw zouden we op die manier ook kunnen gaan vormgeven? Hoe voorkomen we dat we iedere keer het wiel opnieuw uit (laten) vinden? Hoe krijgen we alle betrokken partijen overtuigd hieraan mee te werken waarbij ze bereid zijn om met ons mee te denken over een optimaal schoolconcept in plaats van hun eigen bedrijfswinst voorop te stellen.
‘Als er een goed standaardconcept ligt, kunnen er door de besparingen meer scholen in een hoger tempo worden vernieuwd’
Bijna alle schoolbesturen klagen dat de installatie die ze voor hun school geadviseerd hebben gekregen, niet doet wat is beloofd, waardoor die achteraf aangepast moet worden of veel duurder in onderhoud is dan gedacht. In hoeverre zou je één installatietype kunnen ontwikkelen voor een bepaald type school? Als je zeker weet dat zo’n installatie gegarandeerd werkt dan hoef je daar niet meer over na te denken. Je krijgt een soort van catalogus waarin bewezen installatietypen staan die betaalbaar zijn in aanschaf, onderhoud en exploitatie en die werken zoals beloofd. We verwachten dat een heleboel schoolbesturen daar profijt van zouden hebben.’
Wat komt nu in aanmerking om te standaardiseren?
‘De constructie. Hoe ga je daar mee om? Hoe bouw je een school flexibel voor de toekomst? Als je casco meer flexibiliteit mogelijk maakt dan kan je later makkelijker en met minder kosten een veranderd schoolconcept inpassen. De energetische schil. Wat voor materialen gebruik je om aan BENG- en ENG-eisen te kunnen voldoen? Voor de installatie moeten zeker ook stappen gemaakt worden. Het gaat primair om een goed klimaat voor de kinderen in de school, zodat ze in een optimale leeromgeving zitten. We gaan echt zoeken naar welke onderdelen we, bij wijze van spreken zoals in de auto-industrie, kunnen standaardiseren maar waarbij je nog steeds moet kunnen personaliseren. Uiteindelijk stel je je eigen auto samen door het model, de kleur, de bekleding op je stoel en dergelijke te kiezen. Zodat het toch een uniek exemplaar is dat rondrijdt. En dat zou met scholen ook zo moeten.’
Hoe ga je standaardisatie concretiseren?
‘Wij hebben als hoofden facilitair van een aantal verschillende grote schoolbesturen het idee om meer te gaan standaardiseren en dat verder te ontwikkelen. Niet alleen voor nieuwbouw, maar ook voor renovatie. We gaan dat na de zomervakantie samen met de PO-raad, VO-raad en Ruimte OK in gang zetten. Voor zo’n project is uiteraard geld nodig. We hopen daar voldoende financiële middelen voor bij elkaar te krijgen. Het is goed te ervaren dat de betrokken schoolbesturen ook achter deze zienswijze staan en uren/projecten in willen zetten om tot verdere standaardisering te komen.’
Wat zie je als belangrijke voordelen van standaardisatie?
‘Als we het proces efficiënter maken, en het allemaal in één keer goed doen – doordat iedereen in de keten vooraf goed heeft kunnen meedenken over het eindresultaat – kan dit het ontwerpproces en de bouwtijd verkorten, en kan er op het onderhoud en de exploitatie geld bespaard worden. Maar het belangrijkste is dat je scholen bouwt met een gegarandeerd goed binnenklimaat. Als er een goed standaardconcept ligt, kunnen er door de besparingen meer scholen in een hoger tempo worden vernieuwd. Dat komt uiteindelijk alle kinderen ten goede. Door standaardisatie verdienen we niet, maar maken we minder kosten en betere scholen.’