In de oksel van de A16 en A17 ligt Logistiek Park Moerdijk, een strategische locatie uit het oogpunt van transport en logistiek. Het park dat gaat verrijzen belooft een showcase voor duurzaamheid te worden. Gert Slager is programmamanager ruimtelijke ontwikkeling, gebiedsontwikkeling, milieu en duurzaamheid bij Port of Moerdijk. Hij schetst een beeld van het logistieke park voor grote logistieke dienstverleners waarvan de ontwikkeling over enkele maanden zal starten.
Nu is het Logistieke Park Moerdijk (LPM) nog een kale, nog bouwrijp te maken vlakte van 200 hectare. Toch is er door architectenstudio Marco Vermeulen al een beeldkwaliteitsplan voor het park uitgedacht. Dat gaat zorgen voor een logistiek park met uitstraling. ‘Je hoort vaak klagen over de verdozing van Nederland, en terecht. Wij willen laten zien dat industriële ontwikkeling ook uitstraling kan hebben. Over dit park is dan ook al tot op detailniveau nagedacht’, zegt Slager.
Stedenbouwkundige eenheid
De grote logistieke bedrijven die zich willen vestigen, moeten aan een reeks eisen voldoen. Mede vanwege het geldende bestemmingsplan. Dat gaat verder dan het invullen van verscheidene duurzaamheidselementen voor de BREEAM-certificering, noodzakelijk voor vestiging, legt Slager uit. ‘We willen dat het hele terrein een stedenbouwkundige eenheid wordt. Daarmee houden we niet alleen rekening bij het ontwikkelen van de openbare ruimte, ook de beeldkwaliteit van de panden moet straks eenheid uitstralen. Dit park moet bovendien zo goed mogelijk in de omgeving passen om te voldoen aan de eisen van het Provinciaal Inpassingsplan. Met de grote panden die hier worden neergezet, is verstoppen sowieso geen optie. Ze moeten juist zo ontwikkeld en ontworpen worden dat ze een passende uitstraling hebben en gezien mogen worden.’
Op het dak parkeren
Dat element, noem het visuele duurzaamheid, illustreert al dat zich hier alleen grote bedrijven kunnen vestigen met voldoende middelen en expertise om aan de hoge kwaliteitsstandaard te voldoen. De eerste vestiger heeft zich al gemeld. Het is DSV Global Transport and Logistics, een van de grootste logistieke bedrijven in Nederland. Dat gaat straks 34 hectare op het LPM bezetten. De onderneming wil een hal bouwen met een footprint van 200.000 m2. XXXL, noemt Slager dat. ‘Een minimale bebouwingseis is een element van het bestemmingsplan. Dat houdt in dat minstens 70 procent van het totale bouwvlak daadwerkelijk bebouwd moet worden. DSV wil effectieve logistieke ruimte winnen door het wagenpark niet op de grond maar op het dak te parkeren. Zo geeft het een creatieve invulling aan het antwoord op de vraag: hoe krijg je de ruimte voor logistiek zo maximaal mogelijk binnen een zo klein mogelijke oppervlakte?’
Collectieve bluswatervoorziening
In lijn met de verduurzamingsgedachte faciliteert het LPM ondernemers met het bieden van een collectieve bluswatervoorziening. ‘Zodoende hoeven bedrijven alleen nog hun eigen sprinkler-installatie te hebben en niet langer een eigen sprinklertank. Straks staan er een aantal tanks op een centrale plek op dit terrein die in het water voorzien. Daarin zit veel duurzaamheidswinst, aangezien elke tank periodiek moet worden geleegd voor inspectie. Door dat te collectiveren heb je straks minder tanks nodig waardoor je zuiniger met water om kunt gaan.’
Benut TLN-netwerk
Door deze en andere maatregelen voldoet het LPM aan de terreincertificering van BREEAM. Maar BREEAM is ook, en vooral, een thermometer om de duurzaamheid van vastgoed te meten. Veel ondernemers hikken soms best tegen die verduurzamingsdrempel aan. Welk advies zou Slager hen willen geven? ‘Maak gebruik van het mooie TLN-netwerk dat er al ligt. Zoek andere ondernemers op en denk samen na over verduurzaming. Dat begrip is breder dan zonnepanelen op het dak. Je kunt ook nadenken over het gezamenlijk bundelen van vracht. Zeker voor bedrijven op hetzelfde bedrijventerrein liggen daar mogelijkheden. Je kunt ook kiezen voor verschillende vervoersmodaliteiten. Op het LPM heb je met de haven om de hoek en het spoor namelijk voldoende alternatieven voor wegvervoer.’ Maar het belangrijkste advies is je te realiseren dat het niet in één keer allemaal perfect hoeft, besluit Slager. ‘Je hoeft niet ineens van nul naar honderd, je kunt ook van nul naar tien. Kleine stapjes tellen en zo verlaag je de drempel om te starten.’