Economische verschillen tussen Nederlandse regio’s steeds groter, brede welvaart als oplossing

De economische verschillen tussen Nederlandse regio’s worden steeds groter, concluderen economen van de Rabobank. Regio’s als Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven blijven komend jaar groeien, terwijl andere gebieden juist krimpen. Brede welvaart is de mogelijke sleutel tot succes.

Het onderzoek van de Rabobank, dat deze week verscheen, begint met goed nieuws. Eind 2022 zijn naar verwachting alle Nederlandse regio’s hersteld van de economische klap die corona uitdeelde. En voor sommige regio’s ziet 2023 er erg rooskleurig uit. Brainport Eindhoven (2.1 procent) en Groot-Amsterdam (1.5 procent) groeien volgend jaar naar verwachting het hardst. Onder andere de hoge dichtheid, de grote en goed opgeleide arbeidsmarkt en de aanwezige kennisnetwerken zorgen voor de groei.

Regio’s als Delft, het Westland en Utrecht groeien ook omdat zij profiteren van de aanwezigheid van twee (verwachte) groeisectoren: ICT en zakelijke dienstverlening. “Bedrijven investeren namelijk in automatisering en digitalisering als oplossing voor de arbeidsmarktkrapte, waardoor de ICT-sector volgend jaar verder groeit,” is de verklaring in het onderzoek. “De vraag naar zakelijke diensten neemt ook toe door toenemende wet- en regelgeving, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid.”

Krimp in regio

Maar tegenover de goede berichten in deze paar regio’s staan verder vooral veel zorgen. De meeste regio’s groeien in 2023 nauwelijks en voor tien regio’s verwachten de economen zelfs een krimp. Regio’s als Oost-Zuid-Holland (onder andere Gouda en Alphen aan den Rijn), Alkmaar, Leiden, Zuidwest-Friesland en Zuidoost- en Noord-Drenthe gaan er volgend jaar waarschijnlijk economisch gezien alleen maar op achteruit.

In mei pleitten de economen van de bank al voor regionaal beleid om de toenemende verschillen niet nog groter te laten worden

In deze regio’s zijn juist sectoren oververtegenwoordigd die volgens de voorspellingen minder goed zullen presteren in 2023. “In Alkmaar bijvoorbeeld is handel een grote sector en omdat die sector krimpt, verwachten we ook een krimp voor de regio,”, verklaart regionaal econoom Floris Jan Sander, een van de auteurs van het onderzoek, in het AD de verschillen.

De industrie lijdt volgens de bank onder de hoge energie- en grondstofprijzen, en gestegen arbeidskosten. De handel kampt vooral met dalend consumentenvertrouwen waardoor de consumptie van mensen terugloopt en de economen verwachten dat consumenten grotere aankopen uitstellen, annuleren of vervangen door goedkopere alternatieven.

Brede welvaart

De toenemende economische ongelijkheid tussen de Nederlandse regio’s komt voor de Rabobank niet als een verrassing. In mei pleitten de economen van de bank al voor regionaal beleid om de toenemende verschillen niet nog groter te laten worden. Zij constateerden destijds al dat de verschillen kunnen worden verklaard door twee factoren. Naast de eerder al benoemde sectorstructuur (waardoor de economische activiteiten waar regio’s op draaien anders zijn) kunnen de succesvolle regio’s rekenen op het agglomeratie-effect.

Groeiregio’s als Groot-Amsterdam en de Brainport Eindhoven kunnen zichzelf steeds meer versterken doordat zij profiteren van de aanwezigheid van andere bedrijven, potentieel personeel en andere instituties. Ook een goede bereikbaarheid, ligging ten opzichte van andere regio’s en de kwaliteit van de woon-werkomgeving spelen bij dit effect een rol.

De kleinere regio’s hebben van oudsher veel minder de mogelijkheid om van die gunstige regionale omstandigheden, door de Rabobank het ondernemerschapsklimaat genoemd, te profiteren. En dus, constateren de economen, zijn het juist vooral kwaliteiten van dit ondernemerschapsklimaat die de opties voor regionaal beleid bieden. Brede welvaart is daarbij het sleutelwoord.

Economische impuls

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) liet eerder dit jaar al zien dat de regio de mate van brede welvaart in een Nederlandse gemeente bepaalt. Volgens het PBL ervaren inwoners van gemeenten in landelijke gebieden de laagste brede welvaart. Zij hebben in mindere mate toegang hebben tot de banen en de recreatieve en culturele sectoren in (middel)grote steden omdat de afstand vaak te groot is. Daarbij komt dat in deze gebieden de verschillende gemeenten vaak veel op elkaar lijken, waardoor de inwoners het lokale gemis van aspecten van brede welvaart niet kunnen compenseren door een kijkje bij de buren te nemen.

Een economie die koerst met het kompas van de brede welvaart wordt steeds meer de norm

De conclusie van de Rabobank is dat een economie “die koerst met het kompas van de brede welvaart” steeds meer de norm wordt en dat die koers de manier is om de verschillen te verkleinen. Maar ze zien dezelfde ontwikkeling als de collega’s van het PBL: de regio bepaalt die mate van brede welvaart en daarom is regionaal beleid nodig. In de sterk groeiende regio’s moet de balans met brede welvaart worden teruggebracht zodat de leefbaarheid en economische groei in deze gebieden hand in hand kunnen blijven gaan. In de krimpende regio’s moet een economische impuls voor een structuurversterking zorgen om brede welvaart te genereren.

Blijf op de hoogte
Scroll naar boven