NIPV krijgt veel vragen over de veiligheid van het parkeren en opladen van elektrische auto’s in (ondergrondse) parkeergarages. Deze ontwikkeling is zo nieuw dat nog niet alle risico’s exact bekend zijn. De meest gestelde vragen en antwoorden.
Welke regelgeving geldt er momenteel voor parkeergarages?
Regelgeving voor parkeergarages in het algemeen
Voor nieuw te bouwen parkeergarages met een gebruiksoppervlakte van maximaal 1.000 m2 gelden de rechtstreeks werkende prestatie-eisen van het Bouwbesluit 2012. Voor bestaande parkeergarages geldt een grenswaarde van maximaal 3.000 m2.
Bij overschrijding van deze grenswaarden moet, volgens artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012, een gelijkwaardige mate van brandveiligheid worden gerealiseerd. Om dit te bereiken zijn meestal aanvullende voorzieningen nodig. Denk aan een sprinklerinstallatie.
De eisen in het Bouwbesluit zijn erop gericht om de kans op slachtoffers bij een brand in een parkeergarage te beperken en de kans op branduitbreiding naar gebouwen op een ander perceel te beperken.
Regelgeving voor elektrisch aangedreven voertuigen in parkeergarages
Voor elektrische voertuigen en laadvoorzieningen in parkeergarages staan er nog geen specifieke brandveiligheidseisen in het Bouwbesluit 2012. Het Bouwbesluit 2012 houdt geen rekening met de extra risico’s op en bij brand door elektrisch aangedreven voertuigen en het laden daarvan.
Het voldoen aan het Bouwbesluit 2012 levert daardoor niet per definitie een veilige parkeergarage op. Maar dat is overigens ook het geval bij conventioneel aangedreven voertuigen. Dit komt door de grote toename van het gebruik van kunststoffen in auto’s in de afgelopen jaren.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is van plan om voor nieuwe parkeergarages een aantal voorschriften toe te voegen. Deze worden hierna verder toegelicht.
Sprinklerinstallatie in parkeergarages
Aan het Overlegplatform Bouwregelgeving (OPB) heeft het ministerie van BZK een aantal concept-voorschriften voorgesteld voor de toepassing van een automatische blusinstallatie in parkeergarages. Naar verwachting neemt het ministerie deze voorschriften per 1 januari 2023 op in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Het OPB heeft gevraagd om een nadere onderbouwing van dat voorstel. Op verzoek van het ministerie van BZK heeft NIPV deze onderbouwing opgesteld. Hierin hebben we de volgende vragen beantwoord:
- Wat zijn de brandveiligheidsrisico’s van parkeergarages onder gebouwen?
- Waarom is een automatische blusinstallatie een betere manier om deze brandveiligheidsrisico’s te beheersen dan:
– het toepassen van brandventilatie met een verbeterde brandweerinzet
– het toepassen van een uitbrandscenario? - Wat is de inhoudelijke onderbouwing voor de keuze om de eis voor een automatische blusinstallatie van toepassing te laten zijn bij gebouwen waarin kan worden overnacht (‘slaapgebouwen’) en waarvan een vloer van een verblijfsgebied > 13 meter boven het meetniveau is gelegen. Idem bij parkeergarages > 1.000 m2.
Zie voor meer informatie het onderzoek Sprinklerinstallatie parkeergarage.
Naar verwachting komen er daarnaast in het Bbl een aantal bepalingen over de laadvoorzieningen:
- alleen opladen in mode 3 of mode 4 conform NEN 1010
- een voorziening waarmee de oplaadpunten tegelijk kunnen worden uitgeschakeld (zie ook Doel en locatie noodknop in parkeergarages)
- bij de toegang van de parkeergarage moet duidelijk zijn waar de uitschakelvoorziening en de laadpalen zich bevinden.
Wat zijn praktische handvatten om te zorgen voor een veilige parkeergarage?
NIPV heeft samen met Brandweer Nederland de publicatie Brandveiligheid van parkeergarages met elektrisch aangedreven voertuigen opgesteld. Deze publicatie kan veiligheidsregio’s (brandweren), gemeenten en eigenaren helpen met het maken van de juiste keuzes om in specifieke situaties toch tot een acceptabel niveau van brandveiligheid te komen in parkeergarages waarin elektrisch aangedreven voertuigen gestald (en geladen) worden.
Om de andersoortige risico’s die het parkeren en laden van elektrische voertuigen in parkeergarages met zich meebrengt te beperken, adviseren we voor dit moment om de mogelijke maatregelen in deze publicatie te bezien op effectiviteit en haalbaarheid in een gesprek tussen brandweer en beheerder/eigenaar en een brandveiligheidsadviseur.
Een verder uitgewerkt plan kan vervolgens worden voorgelegd aan de veiligheidsregio. In de Infographic veilig parkeren en laden van elektrische voertuigen in parkeergarages staan alle aandachtspunten en maatregelen voor VvE’s en exploitanten van parkeergarages.
Zijn er risico’s verbonden aan het parkeren en opladen van elektrische voertuigen in (ondergrondse) parkeergarages?
Kijkend naar de kans op brand en het effect bij een brandend elektrisch voertuig, is het duidelijk dat er andersoortige risico’s zijn wanneer elektrische voertuigen geparkeerd en opgeladen worden in een parkeergarage. Zo ontwikkelen branden met elektrische voertuigen zich anders qua brandverloop en brandduur. Door het ontstaan van toxische verbrandingsproducten kan er een situatie ontstaan die voor het vluchten en bestrijden van de brand ongunstig is. Ook de rest van het brandende voertuig (met name de kunststofonderdelen) zorgt, net als bij conventionele voertuigen met kunststofonderdelen, al voor ernstig toxische rook, waardoor het vluchten op zich al zeer kritiek is. Systemische gezondheidseffecten door blootstelling aan HF-houdende rook van li-ion battery packs lijken onwaarschijnlijk.
Daarnaast is het blussen van branden met elektrische voertuigen lastiger. Verder zorgt het opladen van voertuigen in parkeergarages voor andersoortige risico’s: dit is namelijk een extra activiteit ten opzichte van het enkel parkeren van een voertuig. Zie voor meer informatie het artikel Brandveiligheid van parkeergarages en duurzame brandstoffen in magazine Vexpansie.
Overigens is het bestrijden van een brand in een (ondergrondse) parkeergarage ook zonder elektrische auto’s of laadpalen al lastig voor de brandweer.
NIPV is niet voor een algemeen verbod van laadpalen in parkeergarages. Zie ook onze publicatie Brandveiligheid parkeergarages met elektrisch aangedreven voertuigen en de uitzending van Kassa (vanaf minuut 15:20).
Kamervragen over het brandveiligheidsrisico van elektrisch aangedreven voertuigen
Er zijn een aantal keren Kamervragen gesteld over de veiligheid van parkeergarages in relatie tot onder meer elektrisch aangedreven voertuigen:
- aan de minister van Justitie en Veiligheid (6 september 2019 door Thierry Baudet, FvD)
- aan de minister van Milieu en Wonen (13 januari 2020 door Remco Dijkstra, VVD)
- aan de minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (24 maart 2020 door Sandra Beckerman en Cem Laçin, beiden SP).
De strekking van het eerste en tweede antwoord op de vragen van Baudet en Dijkstra is dat elektrisch aangedreven voertuigen minstens zo veilig zijn als voertuigen met verbrandingsmotoren en conventionele accu’s, maar dat het blussen anders is. Verder geeft de minister aan het van belang te vinden dat in een nog te ontwikkelen NEN-norm voor de integrale brandveiligheid van parkeergarages naast de specifieke risico’s ten aanzien van het laden en parkeren van elektrische voertuigen, ook de mogelijke beheersbaarheid van incidenten en inzetmogelijkheden van hulpdiensten worden beschouwd.
De minister heeft ervoor gekozen om eerst het aanleggen van laadvoorzieningen in (nieuwe) parkeergarages wettelijk te verplichten. Daarna gaat de minister over tot het ontwikkelen van een NEN-norm voor de integrale brandveiligheid van parkeergarages. Hierin worden de specifieke risico’s ten aanzien van het laden en parkeren van elektrische voertuigen meegenomen.
In de beantwoording op de vragen van de SP-Kamerleden verwijst de minister naar de NIPV-publicatie Brandveiligheid parkeergarages met elektrisch aangedreven voertuigen. Vooruitlopend op de nieuwe NEN-norm wordt hier ingegaan op specifieke risico’s, de beheersbaarheid van incidenten en inzetmogelijkheden van hulpdiensten bij parkeergarages met elektrisch aangedreven voertuigen.
Wat is de kans op het ontstaan van brand van elektrisch aangedreven voertuigen?
In onze publicatie Brandveiligheid parkeergarages met elektrisch aangedreven voertuigen hebben we aangegeven dat er nog weinig bekend is over de kans op het ontstaan van brand van elektrisch aangedreven voertuigen.
De beschreven maatregelen zijn daarom voornamelijk effectmaatregelen. Daarbij is de kans op het ontstaan van brand (door parkeren of door laden) dus niet meegenomen.
Uit de publicatie kan dus niet worden geconcludeerd dat de maatregelen alleen zijn beschreven met het oog op laden. Wel zal de kans op het ontstaan van brand in een elektrisch aangedreven voertuig wanneer dit in een parkeergarage wordt opgeladen over het algemeen iets groter zijn ten opzichte van de situatie dat niet in de garage wordt opgeladen. Maar met mode 3 of 4 laden is de toename van deze kans in combinatie met opladen verhoudingsgewijs zeer gering.
Hoeveel incidenten met brandende elektrisch aangedreven voertuigen zijn er in Nederland respectievelijk wereldwijd geweest?
NIPV heeft daarover geen gegevens beschikbaar. Omdat zowel het aantal als de periode waarin elektrisch aangedreven voertuigen in Nederland rondrijden nog gering is, kan NIPV ook over de kans op incidenten geen betrouwbare uitspraak doen.
In onze publicatie Brandveiligheid parkeergarages met elektrisch aangedreven voertuigen schrijven we in paragraaf 1.4.1 dat de kans op het ontstaan van brand in een geparkeerd elektrisch aangedreven voertuig in een parkeergarage waarschijnlijk niet groter is dan die in een voertuig dat wordt aangedreven door fossiele brandstoffen.
Daarbij hebben wij aangegeven dat we kunnen verwachten dat de kans op het ontstaan van brand in een parkeergarage wel groter wordt, o.a. omdat er een extra activiteit wordt uitgevoerd in de parkeergarage (zoals het laden) en er dus sprake kan zijn van een aantal additionele brandoorzaken .
NIPV verzamelt sinds 1 januari 2021 incidentgegevens over branden en ongevallen met alternatief aangedreven voertuigen: database Incidenten met alternatief aangedreven voertuigen.
Wat is het verschil tussen ‘elektrisch aangedreven voertuigen en (plug-in) hybride voertuigen met een lithium-ion accu’ en ‘(plug-in) hybride voertuigen die voor een deel voorzien zijn van een nikkel-metaal accu (NI-MH)’?
Elektrisch aangedreven voertuigen en een groot deel van de (plug-in) hybride voertuigen zijn voorzien van een lithium-ion accu. Een deel van de (plug-in) hybridevoertuigen heeft een Nikkel-metaal accu (NI-MH).
Een lithium-ion accu kan bij brand in thermal runaway raken. Hierdoor blijft de accu herontsteken, wat het blussen in geval van brand bemoeilijkt ten opzichte van een conventioneel aangedreven voertuig. Het vermogen van een lithium-ion accu in een (plug-in) hybride auto is over het algemeen kleiner dan in een volledig elektrisch aangedreven voertuig. Hierdoor zal het effect van de accu bij een brand ook beperkter zijn.
NI-MH-accu’s kennen deze thermal runaway niet. Daarmee wijken deze in de basis niet af qua brandrisico’s van conventionele voertuigen. Volgens het onderzoek van Lecocq (2012), waar full scale testen zijn uitgevoerd bij zowel elektrisch aangedreven als conventioneel aangedreven voertuigen, is sprake van ongeveer dezelfde tijdsduur.
In dat onderzoek is te zien dat beide voertuigen na circa 90 minuten (bijna) geen brandvermogen meer uitstralen.
Daarnaast is een brand in een accu van zoveel factoren afhankelijk dat dit niet in een simpel antwoord te omvatten is.
Wat is het doel en de locatie van een noodknop in een parkeergarage?
De noodknop kan bij de hoofdentree van de garage of op een andere strategische plaats geïnstalleerd worden; dit is mede afhankelijk van de lokale situatie. In ieder geval moet duidelijk herkenbaar zijn waar de noodknop zich bevindt. Het advies is om de precieze locatie, uitvoering en herkenbaarheid met de brandweer af te stemmen.
Doel van de noodknop is dat bij calamiteiten de brandweer of andere aanwezigen in één handeling alle laadvoorzieningen stroomloos kunnen schakelen. Bij voorkeur wordt een noodknop gecombineerd met een signalering (een rode lamp, tekstbord of iets dergelijks) die aangeeft dat alle laadvoorzieningen daadwerkelijk stroomloos zijn geschakeld.
Voor de wijze van stroomloos schakelen zijn er diverse mogelijkheden:
- Een systeem waarmee de laadvoorziening automatisch wordt uitgeschakeld door een al aanwezige brandmeldinstallatie.
- Een noodknop die wordt geplaatst bij de hoofdentree of op een andere strategische plaats (uit -of ingang van de garage). Denk bijvoorbeeld aan een neonschakelaar die de brandweer met een haak kan uitschakelen. Geef de noodknop duidelijk herkenbaar aan en stem de precieze locatie, uitvoering en herkenbaarheid af met de brandweer.
Let op: bij een particuliere parkeergarage komt het voor dat de voeding van de laadpalen rechtstreeks vanuit de woningen komt. De mogelijkheid om de laadpalen bij dergelijke afzonderlijke voedingen centraal uit te kunnen schakelen moet in dat geval in het ontwerp van de elektrische voorziening worden meegenomen.
Een alternatief is het aanbrengen van een plattegrond bij de brandweertoegang waarop staat waar de meterkast zich bevindt. Bij meerdere meterkasten gaat het dan om de meterkast waarin de laadpalen zijn aangesloten, en om de meterkast waarin de hoofdschakelaar voor het gehele gebouw zit (voor het geval de andere meterkast niet bereikbaar is). Geef in de meterkast duidelijk herkenbaar aan hoe alle laadpalen/-voorzieningen buiten werking kunnen worden gesteld.
Welke praktische maatregelen kan ik als eigenaar/beheerder van parkeergarages nemen om de kans op en de effecten van een brand in (ondergrondse) parkeergarages met elektrisch aangedreven voertuigen te verkleinen?
Bouwkundige maatregelen
- Overleg met een constructeur over eventueel mogelijke extra bescherming van de bouwconstructie nabij parkeerplekken met laadvoorzieningen.
- Plaats voor de laadpalen een aanrijbeveiliging, of breng deze aan op een plek waar aanrijden onmogelijk is.
Installatietechnische maatregelen
- Zorg voor een voorziening waarmee bij calamiteiten in één handeling alle laadvoorzieningen stroomloos kunnen worden geschakeld door aanwezigen of brandweer.
- Plaats de parkeerplaatsen voor elektrisch aangedreven voertuigen, laadpalen/-voorzieningen:
– niet op plaatsen waar ventilatielucht wordt toegevoerd zoals een open gevel van de parkeergarage.
– indien mogelijk op een open bovenste parkeerdek van een parkeergarage niet ter plaatse van een vluchtroute voor personen.
- Positioneer afvoerkanalen zodanig dat zo veel mogelijk wordt voorkomen dat verbrandingsproducten die uit de garage komen overlast voor de omgeving veroorzaken.
Organisatorische maatregelen
- Zorg naast snelle detectie voor opvolging van een brandalarm: hoe eerder daadwerkelijk kan worden vastgesteld dat er brand is, hoe sneller de brandweer wordt gewaarschuwd, hoe groter de kans dat de brandweer de brand mogelijk nog kan bestrijden zonder onaanvaardbare risico’s te lopen.
- Geef bewoners/gebruikers duidelijke instructies, zodat zij weten hoe zij moeten handelen bij calamiteiten en leg deze instructies vast in een ‘Instructie hoe te handelen bij brand’.
- Maak goede afspraken over het veilig gebruik van de laadpalen.
- Neem contact op met de verzekeringsmaatschappij (meldingsplicht). Deze beoordeelt of er sprake is van verhoging van het (brand)risico. Dit heeft mogelijk gevolgen voor de verzekeringspolis en voor de parkeergarage.
Maatregelen t.b.v. repressieve inzet
- Positioneer parkeerplaatsen en laadpalen/-voorzieningen:
– zo veel mogelijk dicht bij de in- en uitritten van de garage
– zo veel mogelijk op het straatniveau. - Zorg dat elektrische voertuigen op een bepaalde vooraf afgesproken plaats in de parkeergarage staan en maak dat kenbaar bij de toegang van de parkeergarage.
- Zorg voor de herkenbaarheid van een parkeerplaats met laadpaal/-voorziening.
- Richt de bluswatervoorziening/waterwinning in op de aanwezigheid van elektrisch aangedreven voertuigen.
Verder is de installatie van sprinklers of watermistsystemen de meest passende maatregel om de ontwikkeling van de brand te beperken en om branduitbreiding tussen de voertuigen te voorkomen.
Zie voor alle aandachtspunten en maatregelen de Infographic veilig parkeren en laden van elektrische voertuigen in parkeergarages.
Ik wil een laadpaal plaatsen in mijn parkeergarage of in mijn tuin. Moet ik dit melden bij de gemeente en moet de gemeente de plaatsing goedkeuren?
Nee, u hoeft niet aan de gemeente te melden dat u een laadpaal op eigen terrein wilt plaatsen. Bij plaatsing van een laadpaal in uw parkeergarage adviseren wij de hierboven benoemde maatregelen.
Hoe kan ik elektrische brommers, scootmobielen en elektrische fietsen veilig opladen?
Een wandcontactdoos voor het opladen van een elektrische brommer, scootmobiel of elektrische fiets is onderdeel van de elektrische installatie. Deze moet volgens het Bouwbesluit 2012 voldoen aan de eisen die staan in NEN 1010.
Daarnaast is het advies om na te gaan of de fabrikant van de brommer, scootmobiel of fiets aanvullende veiligheidsvoorwaarden heeft gesteld aan de wandcontactdoos. Daar waar de leidingen/kabels van deze wandcontactdoos door een brandscheiding heen gaan, moet de doorvoering bovendien brandwerend worden uitgevoerd.
Met het oog op de brandveiligheid is het raadzaam om goede afspraken te maken over het gebruik van de laadvoorziening (compatibele stekker, niet-beschadigde kabel/stekker, positie van de oplaadkabel (voorkom dat personen daar overheen struikelen e.d.) en om die afspraken vast te leggen.
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond heeft een video gemaakt over het ontstaan van brand tijdens het laadproces van een scootmobiel in een gang van een wooncomplex. Het geeft de effecten binnen een paar minuten weer.
Vragen over specifieke situaties, zoals:
- Ik ben lid van een VvE (Vereniging van Eigenaren) en heb een vraag over elektrische voertuigen en laadpalen in onze (ondergrondse) parkeergarage.
- Ik woon in een appartement boven een parkeergarage waarin laadpalen staan of binnenkort worden geplaatst. Wat zijn de (brandveiligheids)risico’s, ook in relatie met de bouwkundige staat van ons complex?
- Ik heb vragen over een laadpaal in mijn persoonlijke omgeving (in mijn eigen garage, naast mijn woning of op het trottoir).
- Kan NIPV mij/mijn organisatie helpen bij het maken van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) voor het plaatsen van elektrische laadpalen in (ondergrondse) parkeergarages?
Elke parkeergarage is anders en vraagt daarom om maatwerk per situatie. Om de specifieke situatie van uw eigen (ondergrondse) parkeergarage te beoordelen kunt u een brandveiligheidsdeskundige van een terzake kundig adviesbureau vragen om een brandveiligheidsscan uit te voeren. Bespreek met deze brandveiligheidsdeskundige welke maatregelen u in uw situatie kunt toepassen.
Het maatregelenpakket dat u samen met uw brandveiligheidsadviseur heeft opgesteld, kunt u vervolgens bespreken met uw veiligheidsregio en/of verzekeraar. Zie voor een overzicht van alle aandachtspunten en maatregelen de Infographic veilig parkeren en laden van elektrische voertuigen in parkeergarages.