Geen effect op beëindiging gasproductie uit Groningenveld
Begin januari 2022 heeft het kabinet de Tweede Kamer aangegeven te verwachten dat de gaswinning uit het Groningenveld voor het lopende gasjaar 2021-2022 volgens landelijk netbeheerder GTS naar boven bijgesteld moet worden van 3,9 mrd m3 (bcm) naar maximaal 7,6 bcm bij gemiddelde temperaturen. Dat is ongeveer het winningsniveau van het gasjaar 2020-2021 (bijna 8 bcm). Redenen: een vertraging in de bouw van een stikstoffabriek en een grotere gasvraag uit Duitsland. Bovendien vermeldt het overdrachtsdossier voor de nieuwe minister van Economische Zaken en Klimaat dat de ombouw van een aantal grootverbruikers vertraging oploopt. Volgens VEMW doen de grootverbruikers er alles aan om de gewenste ombouw te realiseren. Het feit dat er desondanks vertraging optreedt heeft geen gevolgen voor de geplande sluiting van het Groningenveld.
Bijstelling
De hogere verwachting heeft volgens de minister twee oorzaken. Ten eerste de al in november 2021 gemelde vertraging van de ingebruikname van de stikstoffabriek in Zuidbroek. Doordat deze later klaar is dan gepland, kan minder hoogcalorisch gas worden omgezet naar laagcalorisch gas van Groningenkwaliteit. Daardoor is er onvoldoende laagcalorisch gas om vanaf april de leveringszekerheid te waarborgen en de gasopslagen in Norg en Grijpskerk te vullen met pseudo-Groningengas. De inzet van de gasopslagen zijn essentieel om het Groningenveld te kunnen sluiten. De tweede reden hangt samen met de gasvraag uit Duitsland. Onlangs heeft Duitsland aangegeven 1,1 bcm meer nodig te hebben uit Groningen om in hun energiebehoefte te voorzien. Dat komt doordat energiebesparende maatregelen in Duitsland minder effectief blijken dan verwacht. Daarnaast valt de winning van laagcalorisch gas in Duitsland dit gasjaar lager uit, en de opslagen zijn minder gevuld dan normaal gesproken het geval is.
Grootverbruikers
Het Financieele Dagblad (fd.) meldde dat naast de vertraging van de bouw van de stikstofinstallatie en de grotere vraag uit Duitsland ook de ombouw van zes van in totaal negen grootgebruikers van laagcalorisch gas naar hoogcalorisch gas of een andere energiedrager niet op tijd gaat plaatsvinden. Dat zou moeten gebeuren vóór het einde van het gasjaar op 1 oktober 2022. Volgens het FD zou de vertraging de kans groter maken ‘dat er extra gas uit Groningen moet worden gewonnen’.
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “de negen grootverbruikers van laagcalorisch gas, ook wel ‘Groningen’ gas of G-gas genoemd, hebben zonder uitzondering medewerking verleend aan de ombouw van laagcalorisch gas naar hoogcalorisch gas of een andere energiedrager zoals bio-stoom. De bedrijven, 4 uit de industrie en 5 uit de energiesector die gezamenlijk jaarlijks 3,2 bcm G-gas verbruiken, doen er alles aan om de ombouw te realiseren. Een aantal zal dat echter niet kunnen realiseren vóór het einde van het huidige gasjaar, op 1 oktober 2022. Dat heeft onder meer te maken met het niet tijdig beschikbaar krijgen van een aansluitleiding op hoogcalorisch gas en op een stoomnet. Volgens onze analyse kan zo’n 2 van de 3 bcm eind 2022 omgebouwd zijn. En dat brengt me op een tweede punt. Er is geen directe relatie tussen het beëindigen van dit G-gasverbruik door de negen grootverbruikers en het stopzetten van de gasproductie uit het Groningenveld. De minister heeft op 6 januari de Tweede Kamer laten weten dat het tempo van de ingeschatte reductie van de gasproductie het Groningenveld lager zal zijn dan eerder volgens het gewenste scenario ingeschat is. Daardoor komt de productie dit gasjaar nu uit op 7,6 bcm in plaats van 3,9 bcm. Het verschil van 3,7 bcm moet een grotere exportvraag (1,1 bcm) dekken, en de vertraagde ombouw van de stikstoffabriek in Zuidbroek (2,6 bcm) opvangen. Die realisatie van de stikstoffabriek loopt door Corona een vertraging op, waardoor deze pas richting het einde van dit gasjaar volledig operationeel (10 bcm) kan zijn. Onze inschatting is dat daarmee voor de volgende gasjaren de bijdrage van de ombouw van grootverbruikers G-gas geen effect zal hebben op het beëindigen van de gaswinning in Groningen.”