Per 1 december zijn de eisen aan het VvE beheerderscertificaat in navolging van het Modelreglement voor VvE’s van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie verder toegespitst op kleine beheerkantoren. Daardoor komt een onafhankelijk oordeel over de door geleverde kwaliteit voor alle VvE-beheerders binnen handbereik. Zo kunnen Verenigingen van Eigenaars het onderhoud en beheer van hun wooncomplex nóg veiliger uitbesteden, zonder zich zorgen te hoeven maken of ze wel in zee gaan met een bona fide partij. Op die datum is de nieuwe versie van de Beoordelingsrichtlijn Dienstencertificaat beheerders van verenigingen van eigenaren (BRL-5016) gepubliceerd. Het certificaat garandeert dat het bedrijf aan een hoge standaard van professionaliteit voldoet, die jaarlijks getoetst wordt door SKG-IKOB.
SKG-IKOB, is een geaccrediteerde, non-profitorganisatie voor certificering van o.a. de bouwsector en keuring van bouwproducten en wil met de vernieuwde BRL de drempel voor kleine VvE-beheerders om zich te laten certificeren verkleinen. Deze MKB-bedrijven bedienen vaak de markt van de kleinste VvE’s, waar de organisatiegraad en -kwaliteit nog betrekkelijk laag is. Als daar niet snel iets aan gedaan wordt ontstaat het risico van “rotte kiezen” bij de wijkgerichte verduurzamingsaanpak.
In Nederland staan zo’n 1,8 miljoen appartementen. Een eigenaar is automatisch, bij wet, lid van de Vereniging van Eigenaars (VvE) waarin het appartement gelegen is. In totaal gaat het om ruim 125.000 VvE’s met ongeveer 1.875.000 appartementsrechten waarvan het overgrote deel woonappartementen. Ongeveer één vijfde van de woningvoorraad van 8,1 miljoen woningen is in een VvE gelegen. VvE’s zijn vanouds verantwoordelijk voor het onderhoud van de gemeenschappelijke bouwdelen van het complex, zoals de daken, gevels, fundering en gemeenschappelijke (verkeers)ruimten. In toenemende mate hebben ze ook te maken met complexere opgaven, zoals de verduurzaming of het levensloopbestendig maken van hun complex. Bij een gemiddelde omvang van 15 appartementen per VvE is die taak meestal veel te complex voor vrijwillige bestuursleden. Daarom wordt het beheer vaak uitbesteed. Het is dan zaak om vooraf zekerheid te krijgen over het vakmanschap en de integriteit van de beheerder. Daartoe is door een aantal marktpartijen (belangenorganisaties van appartement eigenaren, corporaties, gemeenten en vastgoedbeheerders) een aantal jaar geleden het initiatief genomen voor een beoordelingsrichtlijn om dat vakmanschap en die betrouwbaarheid te toetsen. En de eisen zijn nu verder toegesneden op kleine beheerkantoren zodat zij ook hun kwaliteit kunnen aantonen. In een steeds complexere wereld liggen geschillen op de loer. Voorkomen kan niet, een goede werkwijze om er mee om te gaan wèl. Gecertificeerde beheerders zijn verplicht om een heldere klachtenprocedure te hebben en aangesloten te zijn bij onafhankelijke commissie voor geschillenbeslechting. Hoe door de beheerder met geschillen wordt omgegaan, is onderdeel van de jaarlijkse toetsing voor behoud van het certificaat. Evenals het beheer van de financiële middelen van de VvE, de reserveringen, de verzekeringen, het hebben van een actueel onderhoudsplan etc. Bij een gecertificeerde beheerder worden er gedetailleerde eisen gesteld aan bereikbaarheid, reactietermijnen en dergelijke.
Per 1 januari 2023 waren 46 VvE-beheerders gecertificeerd op basis van de BRL-5016. Momenteel is er één beheerder geschorst. Het gaat nu nog voornamelijk om middelgrote en grote vastgoedbeheerders. Het College van Deskundigen meent dat het certificaat ook voor kleine en startende beheerkantoren binnen bereik kan komen zonder dat aan de kwaliteitseisen wordt getornd. Hun kwaliteit van dienstverlening moeten ook zij kunnen aantonen. Vandaar de verbeterde toegankelijkheid van de BRL 5016 voor deze beheerders.
Om de kwaliteit van het certificaat te borgen is het toezicht op ontwikkeling en beheer van de beoordelingsrichtlijn door SKG-IKOB belegd bij het College van Deskundigen BRL-5016 (CvD) dat de eisen in de BRL vaststelt en waarvan SKG-IKOB géén deel uitmaakt. Per 1 december zijn in het College vertegenwoordigd: leden vanuit de geledingen gemeenten en corporatiesector, de Stichting VvE-Belang, Vastgoed Belang, FICIM, VGMNL, VvE Kennis & Advies. Onafhankelijk voorzitter is ir. P.F.C. Jansen, oud-wethouder gemeente Utrecht.