Circulariteit meten met de Building Circularity Index (BCI) 

Bij het aantonen van de duurzaamheid van een gebouw met een duurzaamheidsscore, is de beoogde levensduur van het te bouwen gebouw van groot belang. Het maakt voor de duurzaamheid veel uit of het gebouw een levensduur van 50 of van één van 100 jaar heeft. Tenzij het mogelijk is het gebouw uit elkaar te halen in producten, elementen of grondstoffen (verder producten genoemd). Dan kan een net zo mooi of beter gebouw ontstaan door deze te upcyclen en doet de levensduur van het totale gebouw er minder toe. Het gaat dan over circulariteit, ofwel de levensduur van producten, in plaats van over de levensduur van het gebouw. 

Hoe helpt de Building Circularity Index (BCI) hierbij? 

Een belangrijke voorwaarde van circulariteit (en dus een lange levensduur van producten) is de losmaakbaarheid van het product. Een mooie en nog relatief nieuwe methode voor de berekening van de circulariteit is de Building Circularity Index (BCI). 

De BCI-index is een score voor de losmaakbaarheid van een gebouw. In de berekening van de BCI hangt de milieuprestatie (milieukosten) van een product nauw samen met de losmaakbaarheidsindex van datzelfde product. Hoe hoger de milieuprestatie van een product, hoe meer impact de losmaakbaarheid van het product op de BCI-score heeft. Een betonwand heeft een hoge milieuprestatie en is vaak niet makkelijk losmaakbaar. De BCI score is dan laag. Wanneer de betonwand wel makkelijk losmaakbaar was, zou de BCI-score hoger uitkomen. 

De losmaakbaarheid van een product bestaat uit vier individuele factoren, namelijk de verbindingswijze, de toegankelijkheid, de opsluiting en de mate van doorkruising van andere producten. Daarnaast is ook de combinatie van producten van belang. Bijvoorbeeld bij een prefab betonvloer met een gewapende dekvloer. De prefab betonvloer is op zichzelf goed losmaakbaar maar door de combinatie met de wapening is losmaken niet meer mogelijk. 

 

Intensief samenwerken vanaf de start 

Bij de BCI berekening is het van belang niet alleen naar de milieukosten van materialen te kijken, maar ook punten uit te reiken voor herbruikbaarheid en losmaakbaarheid. Hiervoor zijn integrale ontwerpkeuzes nodig die intensieve samenwerking vragen van architect, constructeur, bouwer en opdrachtgever. Voor een circulair gebouw is het van belang om in een vroeg stadium het volledige gebouw op element of productniveau, tot op de punt en komma in kaart te brengen. Dit vraagt om een gedetailleerd plan vanaf de ontwerpfase, je moet het echt samen willen. 

Te vaak nog blijft het circulariteitsbeginsel bij goede bedoelingen en de belofte van herbruikbare en losmaakbare materialen. Pas wanneer we daadwerkelijk demontabele gebouwen gaan maken dan pas zet het echt zoden aan de dijk.

Blijf op de hoogte
Scroll naar boven