De energielabel C-verplichting heeft de energieprestaties van kantoren versneld beter gemaakt. Het aantal kantoren met minimaal label C steeg behoorlijk nadat de energielabelplicht bekendgemaakt werd: van 63% naar 77%. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Maastricht.
De Universiteit Maastricht deed onderzoek naar de energielabel C-verplichting voor Rijkdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de Dutch Green Building Council (DGBC), samen met de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs (NVM). Sinds 1 januari 2023 moet een kantoorgebouw minimaal energielabel C hebben. Officieel mogen ze anders niet meer worden gebruikt. Dit heet de energielabel C-verplichting. De overheid kondigde deze regel in 2018 aan.
Meteen voor label A
Voordat de overheid deze verplichting bekendmaakte, had 63% van de kantoren met een energielabel minimaal label C. In 2022, na de aankondiging, was dat 77% van de kantoorgebouwen. Verder blijkt dat kantooreigenaars in 75% van de gevallen meteen gaan voor label A als zij kiezen voor verduurzamen.
Energielabel G 40% in waarde gedaald
De onderzoekers benoemen ook de financiële nadelen van minder duurzaam vastgoed. Het onderzoek laat zien dat kantoorgebouwen met een label lager dan C bijna 20% minder waard zijn dan kantoren die wel voldoen aan de energielabelplicht. Kantoren met energielabel G daalden zelfs bijna 40% in waarde. Ook stellen verschillende Nederlandse banken, zoals ING Real Estate Finance, inmiddels eisen aan de minimale energieprestatie voor zij financiering geven voor vastgoed. Duurzaamheid op de vastgoedmarkt lijkt dus niet langer een luxe, maar een noodzaak.