CO2-uitstoot in de bouw daalt nog niet hard genoeg…

De bouwsector wordt gelieerd aan de gebouwde omgeving. Want gebouwen zijn immers het eindproduct. En deze gebouwen zijn verantwoordelijk voor bijna 40% van de totale Nederlandse CO2-uitstoot. Om de uitstoot terug te brengen wordt de komende jaren een fors beroep op de bouw- en installatiesector gedaan. Het bouwen zelf gebeurt steeds duurzamer door het toepassen van andere, bio-based en circulaire, materialen en het gebruik van geëlektrificeerd materieel. Maar de CO2-uitstoot daalt nog niet hard genoeg.

In de bouwsector wordt inmiddels systematisch rekening gehouden met de effecten op het milieu. Dat geldt dan zowel bij het ontwerp van een gebouw als bij het proces van bouwen, verbouwen, renoveren of slopen. Bij duurzaam bouwen gaat het ook over het (duurzame) gebruik van het gebouw. Bijvoorbeeld over de CO -uitstoot door energieverbruik voor verwarming en koeling van een gebouw. De milieueffecten worden over de hele levensduur van het gebouw beoordeeld. Om de gewenste daling van de CO2-uitstoot te bereiken moet een gebouw ontworpen worden met dat doel voor ogen. Met behulp van technische ontwikkelin-gen en beschikbare (digitale) innovaties kan dat bereikt worden. 

Wet- en regelgeving helpt een handje mee

De uitstoot van CO2 moet in 2050 met 95 pro-cent zijn gereduceerd ten opzichte van 1990. Nederland heeft daarover internationale afspraken gemaakt. Hiervoor is een energie-transitie nodig. Het landelijk beleid en doelstel-lingen hiervoor zijn verankerd in de Klimaatwet. Aansluitend heeft de overheid met bedrijven en maatschappelijke organisaties in 2019 het Klimaatakkoord gesloten. Hierin zijn concrete afspraken voor alle sectoren gemaakt. In het coalitieakkoord 2021-2025 zijn deze klimaat-doelen aangescherpt met nieuwe tussenstap- pen: 60% CO2-reductie in 2030, 70% in 2035 en 80% in 2040. 

Verduurzaming van gebouwen

nog lang niet op gewenst niveau In 2050 moet de gehele woningvoorraad ener-gieneutraal zijn. 75% van de woningen heeft nu nog een energielabel lager dan B en ruim 45% een label lager dan C. Kantoren voldoen nu voor ongeveer de helft aan de ‘label-C wetgeving’ die 1 januari 2023 van kracht werd. De overheid heeft aangegeven te gaan handhaven maar de motivatie om te gaan verduurzamen zou intrin-siek moeten zijn. Economisch gezien zijn er trouwens ook voldoende redenen om stappen te blijven zetten. Denk daarbij aan behoud van waarde en betere exploitatiemogelijkheden.

Wat stoot de bouwsector zelf uit?

De bouwsector stoot zelf relatief weinig CO2 uit. In totaal is dat ca. 2,5% van de uitstoot van de totale Nederlandse economie. Maar daar waar het de bouwmaterialen- en houtindustrie wel lukt om de uitstoot fors te verminderen is dat bij de uitvoerende bouw nog niet het geval. Het blijkt dat de uitvoerende bouw ten opzichte van 2005 wel is gedaald maar ten opzichte van 1990 zelfs is geste-gen. Dit heeft ook te maken met de forse groei van de sector vanaf 2014. Toch zal ook de CO2-uitstoot op de bouwplaats en van het bouw-vervoer verder gereduceerd moeten worden. Hiervoor zijn al verschillende afspra-ken gemaakt (Beton en Staalbouwakkoord, diverse greendeals etc.). Het materieel zal ver-der geëlektrificeerd gaan worden. En vooral de grote(re) bedrijven zijn sinds een aantal jaren echt bezig met concrete maatregelen. De effec-ten hiervan moeten snel zichtbaar worden want de weg naar het behalen van de doelen is nog lang. 

De rol van de bouwsector

De bijdrage van de bouw en installatiebedrij- ven aan het terugdringen van de CO2-uitstoot van zowel de eigen bedrijfstak als de gebouwde omgeving is evident. Het is hoopgevend dat duurzame investeringen in het eigen bedrijf in de afgelopen jaren flink zijn gestegen. Want daar begint het mee en het zegt iets over de pri-oriteit van ondernemers in de sector. De EIA (Energie Investerings Aftrek voor onderne-mers) investeringen stijgen harder dan de totale investeringen. Ook in vergelijking met andere sectoren. Dit geldt overigens voor scope 1 en 2 (de eigen scopes). Scope 3, de verantwoordelijk-heid voor uitstoot van de ketenpartners is een veel grotere uitdaging. Maar daar zit dan ook de grootste winst. 

Woody Building Concepts werkt aan CO2-reductie

Maarten Bakker (algemeen directeur) en Job Kuijpers (commercieel manager) timmeren met Woody Building Concepts (WBC) flink aan de weg om duurzaam bouwen en duurzame gebouwen een stap verder te brengen. WBC is onderdeel van JAJO (voorheen Janssen de Jong Groep). In juni van dit jaar werd het nieuwe ‘Houtlab’ geopend (zie foto hierboven), een gebouw dat nu al voldoet aan de Paris Proof doelstellingen van 2030. Vanuit het gevoel verantwoordelijk te zijn voor een duurzamere wereld is WBC ontstaan. WBC bouwt modulaire en circulaire bedrijfsgebouwen in hout. Denk daarbij aan kantoren, logistieke gebouwen en bedrijfshallen. De MPG (Milieu Prestatie van Gebouwen) voor hun concepten ligt nu al beneden de 0,5 terwijl de huidige norm op 1,0 ligt. Deze norm wordt richting 2030 stapsge-wijs aangepast.
Maarten Bakker: “Je kunt wel blijven denken en ontwikke-len maar ga het gewoon doen. Daar bouw je uiteindelijk de meeste ervaring mee op. En pas onderweg aan daar waar nodig is of wanneer de klant het van je vraagt”.
Vanuit de ervaringen van zus-terbedrijven Hercuton en Remco Ruimtebouw (respec-tievelijk specialist in betonnen bedrijfshuisvesting en in speci-alist in staalbouw) durfde JAJO het aan om ook houten con-cepten te gaan ontwikkelen en aanbieden. In de huidige prak-tijk worden bedrijfsgebouwen dan ook vaak als hybride variant gebouwd, een combinatie van beton en/of staal met
hout. Met eigen architecten, verregaande digi-talisering en een innovatieve manier van bou-wen die al Wkb-proof (Wet Kwaliteitsborging) is, met bijbehorende rapportages en verklaringen. Deze wetgeving gaat op 1 januari 2024 in. WBC heeft bewust een focus op bedrijfshuis-vesting en biedt dus geen houten wooncon-cepten aan. “Een strategische keuze”, aldus Job Kuijpers, “we hebben al veel ervaring met bedrijfshuisvesting en voor wonen, zowel per-manent als tijdelijk, zijn er al veel aanbieders op de markt. We willen niet alles doen, maar juist datgene waar we goed in zijn.” “En omdat aan-bieders van dergelijke nieuwe concepten zoeken naar de ultieme variant moet je je te zeer fixe-ren,” vult Maarten Bakker aan. “De oplossing zit ‘m in het creëren van wendbaarheid. Niemand weet nu al wat de winnende concepten zullen zijn.” Op de vraag: “Wat is jullie doel?”, antwoordt Bakker: “We blijven bouwen aan een betere toekomst. En leggen de lat per dag hoger. Maar onze keuzes zijn ook economisch bepaald. Wij vinden het belangrijk wat de klant van onze klant vindt en wil. Dat proberen wij goed te begrijpen. En daar zoeken wij mass-customiza-tion oplossingen voor. Ook gaan we nadenken om de CO2-uitstoot van bestaande bedrijfs- gebouwen te verlagen met nieuwe duurzame renovatie oplossingen”.

Blijf op de hoogte
Scroll naar boven