Subsidie voor aardgasloze gebouwen vooral gebruikt voor pilotprojecten woningen

De innovatiesubsidie DEI+ voor aardgasloze gebouwen is vooral geschikt voor pilotprojecten in woningen. Ondernemers gebruiken de subsidie vooral voor pilotprojecten gericht op tapwater, lokale warmtenetten en digitalisering van eengezinswoningen. Er is minder aandacht voor energiesystemen in wijken en gebouwen zonder woonfunctie. Dit blijkt uit de evaluatie van de subsidieregeling door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Tussen 2019 en 2022 hebben in totaal 39 projecten subsidie gekregen uit de regeling DEI+: aardgasloze woningen, wijken, woongebouwen en utiliteitsgebouwen, met een totale investering van meer dan € 16 miljoen. Uit interviews met gesubsidieerde ondernemers komt waardevolle informatie voor de verdere ontwikkeling en ondersteuning van de energietransitie (de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzaam opgewekte energie) in de gebouwde omgeving. 

Geschiktheid pilotprojecten

Het merendeel van de subsidieprojecten richt zich op woningen, met minder aandacht voor energiesystemen in wijken en gebouwen zonder woonfunctie (utiliteitsbouw). De subsidie blijkt vooral geschikt voor pilotprojecten met tastbare producten. Projecten zijn gericht op tapwater, lokale warmtenetten en digitalisering van eengezinswoningen. Deze pilots leveren waardevolle inzichten op over de uitdagingen bij opschaling van deze innovaties en de behoeften van betrokken partijen.

Ondernemers gebruiken de subsidie minder voor demonstratieprojecten. Hier speelt milieuvoordeel een belangrijke rol. Alleen partijen met aantoonbaar milieuvoordeel kunnen gebruikmaken van het demonstratiedeel van de subsidie.

Doelgerichter en gebruiksvriendelijker

Ondernemers hebben daarnaast behoefte aan eenvoudigere aanvraagprocedures. Procedures, handleidingen en tabellen kunnen doelgerichter en gebruiksvriendelijker worden gemaakt. Het is voor een ondernemer niet altijd duidelijk hoe deze in elkaar zitten en wat dit precies voor hen betekent.

Bovendien lijkt het erop dat het uitgangspunt ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’ ondernemers minder prikkelt dan een tenderproces. Bij een tender krijgen de best scorende projecten subsidie. Het huidige uitgangspunt zorgt vaak voor lagere kwaliteit van de aanvragen. Bovendien wachten veel ondernemers tot vlak voor de sluitingsdatum van de regeling met het indienen van hun aanvraag. 

Verder blijkt het voldoen aan certificering, normering en wet- en regelgeving voor kleinere bedrijven soms lastig. Ook hebben de aanvragers behoefte aan meer kennisuitwisseling en samenwerking met branchegenoten en het samenbrengen van probleemeigenaren en oplossingsaanbieders.

Aanpak verbeterpunten

RVO gaat aan de slag met de verbeterpunten voor de subsidie. Gebruiksvriendelijkere procedures en heroverweging van het toewijzingssysteem zijn belangrijk. Ook wil RVO meer aandacht voor energiesystemen in wijken en utiliteitsbouw. Met deze verbeteringen kan de regeling beter inspelen op de behoeften van ondernemers in de markt. En zodoende beter bijdragen aan de energietransitie en duurzame innovaties.

Meer weten?

Lees het hele evaluatierapport:

Blijf op de hoogte
Scroll naar boven