Welke gevolgen heeft hybride werken voor de kantoren in de portefeuille van het Rijksvastgoedbedrijf? En wat leren de afgelopen jaren ons over werken in de toekomst? Het College van Rijksadviseurs liet dat onderzoeken en doet acht aanbevelingen.
De aanbevelingen zijn ‘geen kwestie van verschuiven van wanden en aanpassen van het meubilair’, zegt Rijksbouwmeester Francesco Veenstra. Het gaat volgens hem om denken in scenario’s, want dat ‘is essentieel bij het vormen van nieuwe kaders’.
Tijdens de coronapandemie leek thuiswerken een tijdelijke noodsituatie. Maar hybride werken is inmiddels een gegeven. Dat heeft invloed op de werkvloer in de kantoren die het Rijksvastgoedbedrijf bezit en beheert.
Gevolgen en eisen
Het College van Rijksadviseurs liet een groep experts, ontwerpers en betrokken ambtenaren onderzoeken wat de gevolgen zijn en welke eisen hybride werken stelt aan de locatie en inrichting van kantoren. Op basis daarvan doet de Rijksbouwmeester acht aanbevelingen:
- Terug naar de essentie
- Iedere levensfase kent andere behoeftes
- Verbeter condities voor het hybride werken
- Een adaptieve werkomgeving met ruimte voor experiment
- Flexibiliteit voor maatschappelijke doeleinden
- Contact met de directe omgeving
- Gezicht op lokaal niveau
- Ontwerpers betrekken is essentieel
Toekomstverkenningen
Het hart van dit advies bestaat uit toekomstverkenningen van drie ontwerpbureaus: Komovo, Studio Lonk en Lilith Ronner Van Hooijdonk, Studio Anne Dessing en Dirk Vis. Zij onderzochten samen met experts en ambtenaren de toekomst van het werken. Hun inzichten hebben ze verbeeld in eigen publicaties. Daarin schetsen ze een beeld van wat wenselijk is, wat mogelijk is en wat waarschijnlijk is.